Les 144 – Kinpomp light

Vraag: Ik heb een probleem met het vasthouden van mijn adem en daardoor is het erg claustrofobisch voor me om kumbhaka te doen. Ik weet niet precies waarom, misschien ben ik in een vorig leven gestikt in een kolenmijn of zoiets. Kan ik de kinpomp ook doen zonder dat ik de adem vasthoud? En yoni mudra ook? De wervelkolomademhaling gaat goed zolang ik het niet te langzaam doe.

Antwoord: Ja, met de kinpomp kan dat. Als kumbhaka lastig voor je is, zelfs op de eenvoudige manier waarop het uitgelegd is om te doen, doe het dan niet.

De vraag is de laatste tijd uit verschillende richtingen gesteld en het is tijd om het te bespreken. Soms is kumbhaka niet alleen ongemakkelijk, het kan ook de kundalini overmatig stimuleren. In beide gevallen is het advies om een stap terug te doen naar een aangenaam niveau van beoefening waarop we stabiel zijn tot we er klaar voor zijn om weer meer te doen.

Als we gewend zijn aan de wervelkolomademhaling, en bandha’s, mudra’s en siddhasana die we tijdens de wervelkolomademhaling gebruiken, dan kunnen we de kinpomp gedurende de laatste paar minuten van onze wervelkolomademhaling sessie doen. Als we voor bijvoorbeeld tien minuten de wervelkolomademhaling doen kunnen we gedurende de laatste drie tot vijf minuten de kinpomp samen met de wervelkolomademhaling doen. Het is dezelfde procedure als wanneer we gebruik maken van kumbhaka, alleen stoppen we niet om de adem vast te houden. De rotatie van het hoofd verandert op hetzelfde punt in de ademcyclus als wanneer we kumbhaka gebruiken, aan het eind van de inademing. Je zou deze vorm zonder kumbhaka de “kinpomp light” kunnen noemen.

Dit is een goed moment om te noemen dat de wervelkolomademhaling, en alle pranayama methoden, vormen van kumbhaka zijn in de zin dat het beheersen van de adem (wat pranayama letterlijk betekent) een lichte uitdaging creëert in de zuurstoftoevoer in het lichaam. Dit is wat er voor zorgt dat er prana omhooggetrokken wordt vanuit de enorme opslag in het bekkengebied wat vervolgens het zenuwstelsel in stroomt. Dus of we nu de wervelkomademhaling of kumbhaka doen, we zijn bezig met het beheersen van de adem. Het is alleen een verschil in gradatie. Hoe meer beheersing er is, des te meer kundalini er omhoog stroomt. Dat is waarom het oké is om de kinpomp samen met de wervelkolomademhaling te doen. Het zal goede effecten geven, alleen niet zoveel prana laten stromen als wanneer we kumbhaka gebruiken. Dat is prima. We brengen in beweging wat we kunnen zonder excessieve stromingen te veroorzaken. Op welk niveau we ook werken, we zullen altijd ons zenuwstelsel zuiveren. Dat is het hele spel – het behouden van vooruitgang zonder terecht te komen in rommelige energiestromen die ervoor zorgen dat we met de beoefening moeten stoppen.

Natuurlijk is de dagelijkse beoefening van globale diepe meditatie erg belangrijk in dit zuiveringsproces. Met de stilte van zuiver gelukzaligheidsbewustzijn vindt er een hele zachtaardige zuivering plaats onder alles wat er plaatsvindt in het zenuwstelsel, en dit helpt de andere technieken om soepeler en sneller te werken.

In de toekomstige lessen zullen we nog een andere vorm van pranayama genaamd “bastrika” ontdekken. Met deze techniek zullen we het lichaam aan de ene kant verzadigen met zuurstof en gelijktijdig de zuurstoftoevoer in het lichaam uitdagen, met krachtige zuiverende effecten.

Zoals altijd gebruiken we self-pacing (bepalen van je eigen tempo) in onze beoefening, inclusief de wervelkolomademhaling en kumbhaka. Als we merken dat de kinpomp (of de kinpomp light) excessieve stromingen van kundalini energie veroorzaakt, doen we een stap terug naar een aangenaam niveau van beoefening.

Yoni mudra is een ander verhaal. Kumbhaka is een centraal onderdeel van yoni mudra, omdat we de zachte luchtdruk gebruiken die vanuit de longen omhoog komt om de sinussen te reinigen en het derde oog te stimuleren. Zonder kumbhaka wordt yoni mudra dus gereduceerd tot het met de vingers duwen van de ogen richting het punt tussen de wenkbrauwen. Dat is prima, maar het is waarschijnlijk beter om yoni mudra te laten als we niet op ons gemak zijn met het doen van kumbhaka, en te blijven bij een goede sessie van de wervelkolomademhaling met de kinpomp aan het einde, als dat comfortabel is om te doen. Als we een goede sambhavi doen tijdens de wervelkolomademhaling is dat net zo goed als het omhoog duwen van de ogen met de vingers. Dus als de kumbhaka er niet wil zijn, vergeet yoni mudra gewoon en doe de andere technieken zoals besproken.

Er is een klein voordeel qua tijd in het doen van de kinpomp light. Dat is dat de tijd van de wervelkolomademhaling en de kinpomp elkaar overlappen. Dit is mogelijk aantrekkelijk voor drukke mensen. Als je pranayama (met de kinpomp light aan het einde) en meditatie in 30 minuten kan doen, in plaats van 35 of 40 minuten met kumbhaka, kan het helpen om onze beoefening in stand te houden op de dag dat we een erg vol schema hebben. Het inkorten is niet het eerste advies wat vanuit hier gegeven wordt, maar zoals het eerder in de lessen besproken is, een korte beoefening is beter dan geen beoefening. En het komt zo uit dat het doen van de kinpomp light in de laatste minuten van de wervelkolomademhaling dat kan ondersteunen.

Vanzelfsprekend is het zo dat als we progressie maken en stabiel worden in onze beoefening, op welk niveau dat ook is, we op zoek gaan naar onze volgende opening om verder te kunnen. Zuivering en groei van de innerlijke goddelijke aanwezigheid vinden altijd op ieder niveau van beoefening plaats.

Na verloop van tijd, wanneer ons zenuwstelsel zich zuivert doordat oude karma’s van binnen worden opgelost, zal je minder moeite hebben met het inhouden van de adem. Het is zelfs zo dat je zult merken dat de adem vanuit zichzelf meer en meer zal stoppen tijdens de ontspannen beoefening van pranayama en meditatie, zonder dat daar intentie of inspanning voor nodig is. Het is alsof we op bepaalde momenten volledig gevoed worden door de prana die van binnenuit door ons omhoog stroomt. Dan is kumbhaka geen punt meer. Het gebeurt gewoon, en soms gedurende verrassend lange periodes. Op dit punt is het niet langer het vasthouden van de adem. Het is een natuurlijke onderbreking van de adem. Dan kunnen we lucht van buitenaf of prana van binnenuit gebruiken om te ademen. Beide manieren zijn oké. Geen gedoe, geen inspanning.

Het goddelijke licht komt in ons op en gaat stromen, en we geven ons over in de liefhebbende armen van God.

De guru is in je.